Wanneer blijkt dat –ondanks extra inspanningen – de automatisering van lezen en/of spellen hardnekkig blijven, is deskundige begeleiding noodzakelijk. Dan dient men een leerroute uit te stippelen die het best past bij deze leerling en zijn manier van leren. Daarbij mag men niet vergeten om de metacognitieve kennis van de leerling met dyslexie te ontwikkelen! Is het kind zich bewust van zijn sterke en zwakke punten? Heeft hij inzicht in de aard van de taak en in de strategie die het best kan worden toegepast? De ruimte die men – ook in het gewoon onderwijs- creëert voor metacognitieve begeleiding, voor emotie en motivatie, zal ten goede komen aan de motivatie van deze leerling. Dit boek is dus een pleidooi voor het werken aan een intensief bewustwordingsproces.
Zowel de reflecties die volgden uit dit onderzoek (deel 1) als het onderzoek zelf (deel 2) zijn het waard gelezen te worden.
In dit boek wordt eigenlijk een belangrijke mythe doorprikt. Een persoon met dyslexie is niet per definitie uitgerust met een hoge intelligentie en een eenduidige leerstrategie. Heel wat leerlingen en volwassenen slagen erin om, met behulp van compenserende software, zelfstandig op hoog niveau leerstof te verwerken. Maar de meeste leerlingen met dyslexie hebben ook dan begeleiding nodig om de juiste leerstrategieën te ontwikkelen en gemotiveerd te blijven. Compenserende software is geen wondermiddel op zichzelf. Een boek als dat van Léon Biezema maakt duidelijk waarom.
Specificaties:
- Tool: niet van toepassing
- Besproken Leeftijd: basisonderwijs (6-9 jaar), secundair onderwijs (12-14 jaar), secundair onderwijs (14-18 jaar), basisonderwijs (9-12 jaar)
- Diagnose: dyslexie
- Domein: talen, lezen, schrijven, spelling
- Aard: theoretisch